woensdag 24 juni 2015

Harriet: De leugen van het bidprentje



Van de week kwam ik bij het schoonmaken van de rommelkast de schoenendoos met bidprentjes tegen. Zo om de paar jaar lees ik de teksten die over al die dierbare overledenen geschreven zijn weer eens door. Met het schrijden der jaren wordt de schoenendoos steeds voller. Dit verschijnsel maakt pijnlijk duidelijk dat je zelf ook ouder wordt en langzaam maar zeker doorschuift naar de volgende generatie. De generatie die volgens de wetten van de biologie de volgende laag in de schoenendoos gaat vullen.

Tijdens het doorlezen van de diverse bidprentjes vielen me een aantal eigenaardige overeenkomsten op. Het is opvallend hoe vaak er al in de openingszin wordt gerept over het ‘eenvoudige’ of ‘sobere’ leven dat de overledene heeft geleid. Dit lijkt me nu niet iets waar je als overledene blij mee moet zijn. Hoeveel liever zouden deze mensen niet herinnerd willen worden als iemand die een sprankelend en bruisend leven heeft gehad? Toegegeven, een aantal van hen heeft inderdaad door de omstandigheden gedwongen een sober leven moeten leiden. Helaas was dit in de meeste gevallen dan echter geen kwestie van kiezen maar van bittere noodzaak. Door armoede of handicap hebben deze mensen geen sprankelend leven kunnen leiden maar was het meer een leven van lijden. Het is in die gevallen dan ook terecht dat je met bewondering van een ‘eenvoudig’ en ‘sober’ leven spreekt. In het geval van de droogneukers ligt dat anders. Eén fucking leven hebben en dan besluiten om een sober en eenvoudig leven te leiden. Wauw, dat is pas een doodzonde. Nou ja, ieder zijn meug, natuurlijk.

De tweede grote overeenkomst tussen al die bidprentjes is dat de teksten altijd positief over de overledene spreken. Onder het mom van ‘over de doden niets dan goeds’ wordt daarmee weleens willens en wetens de waarheid geweld aan gedaan. Natuurlijk is dit wel begrijpelijk. Je gaat iemand die op weg is om het rijk der hemelen te betreden niet afschilderen als een boef, lul of zakkenwasser die zich van God noch gebod wat aangetrokken heeft. Van de andere kant zou het misschien toch beter zijn als sommige mensen zouden besluiten om over bepaalde zaken dan maar helemaal niet te schrijven. Ik zal u hiervan een paar voorbeelden geven.
Van een oudoom van Joop was het bij eenieder bekend dat het een gierig en geniepig mannetje was. Wat stond er tot ieders verbazing echter in zijn bidprentje? “Oudoom had een uitstekend zakelijk inzicht!” Nou beweer ik niet dat ze moeten schrijven dat oudoom een vervelende, nare, schraperige, onuitstaanbare kwijlebak was maar ik denk wel, begin er dan helemaal niet over.
Een ander voorbeeld. Bij ons in het dorp woonde een man die zijn kinderen om het minste of geringste ongenadig in elkaar mepte. Wat lezen we in het bidprentje? “Vader was streng maar rechtvaardig.” Natuurlijk schrijf je niet ‘vader mishandelde zijn kinderen om het minste of geringste’ maar ook hier denk ik, zwijg er dan over. Je gaat bij een incestaffaire toch ook niet schrijven ‘vader hield veel van zijn kinderen’?
Nog een voorbeeld. De buurvrouw waarvan iedereen weet dat ze minstens tweehonderd kerels in haar bedstee heeft mogen begroeten, wordt in haar necrologie omschreven als “een vrouw van de wereld die van de natuur hield en veel liefde te geven had”. Okay, in haar geval misschien niet geheel bezijden de waarheid misschien. Maar veel liefde te geven?? Oei! En natuurlijk snap ik ook wel dat je niet in haar bidprentje kunt zetten dat ze een sloerie-moerie-slettebak eerste klas was. Maar natuurliefhebster?
Vierde en laatste voorbeeld. Op het bidprentje van een landelijk bekend politicus stond: “Hij kwam altijd open en eerlijk voor zijn mening uit.” Moet ik hier nog op in gaan?

Als u nu denkt dat ik pleit voor de waarheid in bidprentjes dan heeft u ongelijk. Ik begrijp donders goed dat de waarheid in veel gevallen subjectief is. Uiteindelijk zijn we immers ongeacht onze levenswandel toch allemaal een ‘goeie’ geweest. Schrijf alleen geen onwaarheden. Zorg er in ieder geval voor dat de overledene herkend wordt in de ter nagedachtenis en niet dat de helft van de aanwezigen denkt bij de verkeerde uitvaart te zijn beland.
Tot slot hoop ik alleen nog dat mijn kinderen over vijftig jaar niet in mijn bidprentje zetten dat ‘moeder een eenvoudig en sober leven heeft geleid’. Laat het sprankelen en laat het spetteren en donder daarvoor desnoods een fles met bubbels over mijn kist. En, oh ja, ze mogen ook  rustig schrijven ‘moeder kon stronteigenwijs zijn’ in plaats van ‘moeder had een uitgesproken mening’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten